Communicatietrends

1. Zorg dat je altijd een visitekaartje bij je hebt.

Zeker als je naar een evenement, beurs, klant of netwerkborrel gaat, moet je altijd een pakje visitekaartjes bij je hebben. Maar ook als je zomaar ergens heen gaat. In elke ontmoeting kun je een potentiële klant tegenkomen. Daar komt het Engelse woord voor visitekaartje vandaan: business card.

2. Gebruik stevig papier, dus eigenlijk karton.

En ga voor kwaliteit. Laat een aanbieding voor ‘Gratis 100 visitekaartjes’ liever lopen want je visitekaartje is nog steeds je visitekaartje – je wilt toch geen flodderige indruk maken? Die zou rechtsreeks afstralen op jouw bedrijf en jouw naam. Standaard is 300 grams, maar als je extra op wilt vallen gebruik dan 350 grams en kies voor een UV spotvernis of andere bijzondere afwerking.

3. Gebruik beide zijden van het kaartje.

Iedereen, echt iedereen die een business card krijgt overhandigd, draait het om, om ook de andere kant te bekijken. Als daar dan niets op staat is het zonde. Ook al is het maar een (sfeer)foto, een portretfoto van jou, of een logo, of de url van je website in grote letters… het maakt niets uit. Als je maar optimaal gebruik maakt van beide kanten van de medaille.

4. Zet minimaal deze gegevens op de voorkant.

Op de voorkant van je visitekaartje zet je jouw belangrijkste gegevens: je bedrijfsnaam, naam, logo, je adres en contactgegevens en eventueel waar je op sociale media te vinden bent. Dit is ook het maximum, anders verzuipt de lezer.

5. Zet een (portret)foto van jezelf erop.

Een foto van jezelf op je visitekaartje is helemaal geen slecht idee. Mensen weten je dan eerder te herinneren, zeker als ze je kaartje kregen op een drukke bijeenkomst waar zij van meerdere mensen een kaartje kregen. Ook weten zij zich jou nog beter te herinneren als ze je kaartje na een maand of een halfjaar weer tevoorschijn halen.

O ja, belangrijk: zet er geen vakantiekiekje van jezelf op met op de achtergrond dat leuke Venetiaanse doorkijkje maar laat een goede en goed belichte foto maken, het liefste door een professional.

6. Op de achterkant ben je vrijer.

Er kan natuurlijk veel meer op je kaartje dan alleen een foto. Een slogan erop kan ook. Je kunt ook in tien of vijftien woorden je missie of pitch erop zetten. Of een mooie spreuk die bij jouw persoon en/of missie past.

7. Houd je visitekaartje simpel en overzichtelijk.

Houd voor ogen dat je kaartje allereerst draait om één ding: jouw naam en contactgegevens aan iemand geven. Zorg dan ook dat die goed zichtbaar en leesbaar zijn. Kleur is welkom, maar maak er geen druk allegaartje van.

8. Gebruik het standaardformaat.

Hetzelfde geldt voor het formaat en de vorm. Kies geen buitenissige ronde vormen of grote formaten, kies altijd het standaard rechthoekige kaartje. Die afmeting – ongeveer 8,5 x 5,5 cm oftewel Rolodex-formaat – is niet alleen iconisch geworden maar er geldt ook een heel praktische reden: anders past het niet in mapjes en bakjes.

Als je extra op wilt vallen gebruik je het formaat staand, dus met een staande vormgeving. Een uitklapbaar kaartje kan ook, maar alleen als het functioneel is of je heel veel te vertellen hebt waardoor de ontvanger direct snapt waarom jij een dubbel kaartje hebt. En maak er vooral geen brochure van met heel veel tekst in een onleesbaar lettertje.

9. Houd je business card up-to-date.

Kaartjes met doorgestreepte telefoonnummers of een ander adres erbij gepriegeld met pen komen zeer onprofessioneel over. Zorg gewoon voor een nieuwe versie. Je loopt toch ook niet met een stoplapje op je jurk of jasje, of een ompleisterde poot van je Armani-bril? Als jij jezelf al niet serieus neemt door jezelf een tot in de puntjes verzorgd en fatsoenlijk visitekaartje te gunnen hoe moet die ander jou dan ooit serieus nemen? Bedenk dat de eerste indruk ook hierin van wezenlijk belang is.

10. Als je je 06-nummer erop zet, vermeld dan ook je vaste nummer.

Alleen een 06-nummer op je kaartje wekt snel de indruk dat je een piepklein bedrijf bent of dat je geen vast adres hebt. Een vast nummer maakt je dankzij het netnummer beter localiseerbaar en dat komt veel professioneler over. Sommige mensen vermelden geen 06-nummer omdat ze niet willen worden gebeld of geappt in het weekend. Ga zelf na of je dat erg vindt. Misschien móet je of wíl je zelfs wel altijd bereikbaar zijn. Vraag bij je telefoonprovider (bijvoorbeeld Ziggo of KPN) een vast nummer op als je dat nog niet hebt, en schakel dat permanent door naar je mobiele telefoon.