Communicatietrends

1. Houd je onderwerpregel kort.

Je hebt in principe 50 tot 60 tekens. Beperk je als vuistregel tot 50. Maar zeker als je klanten en prospects hun mail op hun mobieltje checken heb je nog minder tekens die in één keer leesbaar zijn. Dan zijn het slechts 30 tot 40 tekens. Beperk je voor mobiel gebruik tot 35. Maak het liefst een korte beschrijvende zin, die de ontvanger een reden geeft om de email te openen. De beste onderwerpregels zijn korte beschrijvende zinnen die ervoor zorgen dat ontvangers een reden hebben om de e-mail te openen. De regel die de kop vormt van dit punt 1 is 27 tekens. Langer dan 30 tekens heb je niet altijd nodig om een punt te maken. Check eventueel met de tool Litmus hoe jouw onderwerpregel oogt en overkomt in de inbox van uiteenlopende e-mailclients.

2. Maak ook goed gebruik van de previewregel.

In de doorsnee mailbox krijgt de gebruiker drie dingen onder elkaar te zien. De afzender, de onderwerpregel en de previewregel. Die wordt ook wel de pre-header genoemd. Het is de eerste zin van het e-mailbericht zelf. Maak daar goed gebruik van. Deze regel kan de onderwerpregel versterken. Je kunt ook variëren in de combinatie van de twee regels. In de eerste houd je het bijvoorbeeld bij één woord, en in de tweede, prikkelende regel zorg je dat de lezer nieuwsgierig wordt en de mail open klikt.

3. Maak de onderwerpregel persoonlijk.

Je kunt de naam van de ontvanger in je onderwerpregel opnemen. Wees daar wel terughoudend in en doe het vooral goed. Doe het ook liever pas na enkele verzonden mails en niet al de eerste de beste keer. De ontvanger zou kunnen denken dat jouw mailbericht spam is.

4. Maak je onderwerpregel prikkelend en ga daarbij uit van de lezer.

Ga bij het formuleren van je verkoopzin eerder uit van je gebruiker dan van jezelf. Gebruik eerder een stelling of vraag dan een mededeling. Schrijf in plaats van ‘Onze nieuwe collectie hardloopschoenen is er’ liever ‘Wil jij er dit hardloopseizoen ook eigentijdser bij lopen?’.

Of focus op functionaliteit en schrijf: ‘Voorkom vervelende blessures, denk aan nieuwe hardloopschoenen’.

5. Houd het licht en luchtig.

Gebruik ook eens humor, haak in op de actualiteit, varieer op spreekwoorden en gezegden. Maak het licht, lezers houden daarvan. Doe ook eens gek en formuleer je onderwerpregel op de meest formele, ambtelijke en ouderwetse manier die je kunt bedenken.

6. Gebruik actiewoorden en tijdsaanduidingen.

Woorden als ‘Lees’, ‘Download’ en ‘Kijk’ zetten eerder tot actie aan dan neutrale woorden. Tijdsaanduidingen als ‘Nu’, ‘Vandaag’ of ‘Morgen’ doen het ook goed. Ze maken de tekst urgenter. Soms kun je ook lekker overdrijven en de tijdsdruk extra opvoeren. ‘Deze aanbieding is slechts een kwartier geldig’. Of: ‘Alleen de eerste vijftien mensen die reageren krijgen deze superkorting’.

7. Vermijd het woord ‘Nieuwsbrief’.

Gebruik nooit het woord ‘Nieuwsbrief’. Het woord Nieuwsbrief klinkt saai en is zijn waarde verloren: er staat namelijk zelden of nooit nieuws in een nieuwsbrief.

8. Laat je onderwerpregel een keer helemaal leeg.

(Ja, dat is pas verrassend).

9. Neem emoji’s of andere symbolen op in je onderwerpregel.

Emoji’s worden steeds gebruikelijker, ook in zakelijke communicatie. Je kunt ze zelfs opnemen in je onderwerpregel. Omdat Emoji’s nog niet gangbaar zijn, kun je je mail ermee laten opvallen. De meeste e-mailclients maken gebruik van UTF-8 encoding, dus dat moet geen probleem opleveren. En het beste kun je je mail even testen in verschillende e-mailclients, zodat je zeker weet dat de emoji bij jouw klanten en prospects niet wordt omgezet in een raar onleesbaar teken.

10. Tot slot: test welke onderwerpregel het meest effect heeft op jouw doelgroep.

Een A/B-test is nooit een slecht idee. Bedenk wel dat je testen uitvoert op dezelfde tijdstippen van de dag en de dag zelf. Het verzendmoment van e-mail heeft namelijk ook een effect op de open-rate.